Engels : Nederlands significant = aanzienlijk to abduct = ontvoeren galaxy = heelal/sterrenstelsel weapon = wapen resource = grondstof to assert = verzekeren signal = signaal rocket = raket to pretend = doen alsof out of this world = ongelofelijk goed not rocket science = geen hogere wiskunde once in a blue moon = heel zelden starry-eyed = naïef over the moon = dolgelukkig down to earth = nuchter lunar eclipse = maansverduistering oxygen = zuurstof odds = (tegen alle) verwachtingen (in) destruction = vernietiging mankind = mensheid greed = hebzucht/hebberigheid to interrupt = onderbreken exception = uitzondering to invade = binnenvallen reminder = waarschuwing/herinnering thrilling = opwindend sentimental = sentimenteel stunning = prachtig delightful = verrukkelijk far-fetched = vergezocht action-packed = boordevol actie memorable = heuglijk breathtaking = adembenemend profit = winst to embark on sth = beginnen aan iets to portray = portretteren bonus = bonus to squeeze = (uit)knijpen reputation = reputatie quest = zoektocht to drift = afdrijven beyond = verder (dan) column = column commonly = gewoonlijk hygiene = hygiëne to pose = veroorzaken wreck = wrak