watch TV to play sport to sing
to listen to music to perform concert
to feel to play to cheer
to love to meet to make
to help to get to teach
to watch to go to finish
to study to carry to fly
always often sometimes
never to play computer games to go shopping
zingen sporten tv kijken
concert optreden naar muziek luisteren
juichen spelen (zich) voelen
maken ontmoeten houden van
lesgeven worden helpen
afmaken gaan kijken
vliegen dragen studeren
soms vaak altijd
gaan winkelen computerspelletjes spelen nooit
to dance to do homework to hang out with friends
to chat to friends online smartphone tablet
laptop games console e-reader
GPS MP3 player headphones
Monday Tuesday Wednesday
Thursday Friday Saturday
Sunday What's wrong? I've got an idea
No way! Come on
relaxen met vrienden huiswerk maken dansen
tablet smartphone online chatten met vrienden
e-reader gamesconsole/spelcomputer laptop
hoofdtelefoon MP3-speler GPS
woensdag dinsdag maandag
zaterdag vrijdag donderdag
Ik heb een idee Wat is er aan de hand? zondag
Kom op Geen sprake van!