Engels : Nederlands gleaming = glimmend luxurious = luxueus never-ending = eindeloos coverage = verslaggeving hierarchy = hiërarchie instinct = instinct glamorous = glamoureus to escalate = escaleren syndrome = syndroom extrovert = extravert to reciprocate = beantwoorden centre of attention = middelpunt van de belangstelling addiction = verslaving fascination (with) = fascinatie object of (sb's) affection = (waar iemamd) genegenheid voor voelt idol = idool stalking = achternalopen/stalking fixation (on) = fixatie (met) to worship = aanbidden to be in the public eye = in de publieke belangstelling staan to shoot = schieten/opnemen to gawk (at) = staren (naar) to make a scene = een scene maken magnet = magneet limelight = schijnwerpers up-and-coming = opkomend/veelbelovend has-been = (iemand is) achterhaald/passé to keep a low profile = op de achtergrond blijven to disappear without a trace = (spoorloos) verdwijnen one to watch out for = één om in de gaten te houden to follow (on) = volgen A-list = top out of curiosity = uit nieuwsgierigheid (You) might have told me = had (je) me eerder kunnen zeggen Come on = Kom op for a change = voor de verandering by any chance? = toevallig fat chance = weinig kans to take sb's word for it = iemand op z'n woord geloven to take sb's mind off = (iemand) afleiden to take an interest (in) = geinteresseerd zijn (in) to take it (that) = aannemen (dat) to take sth personally = iets persoonlijk nemen to take over sb's life = z'n leven laten overnemen/beheersen