NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
De Uitgeversgroep
Engels 1 op A2-niveau
A2 - Deel Toerisme - 1e editie
FRO/LVD/RZN ENG 1 Hoofdstuk 4
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
Satisfied
=
Tevreden
Incident
=
Voorval
To apologise
=
Verontschuldigen
To solve
=
Oplossen
Hardly
=
Nauwelijks
To overlook
=
Uitzicht hebben over
According to
=
Volgens
Supposed to have
=
Zouden moeten hebben
Adjoining
=
Aangrenzende
Bathtub
=
Badkuip
Marks
=
Vlekken
Curtains
=
Gordijnen
Allergic
=
Allergisch
Remote control
=
Afstandsbediening
Batteries
=
Batterijen
To be low
=
Bijna op/leeg zijn
In charge of
=
Verantwoordelijk voor
Immediately
=
Onmiddellijk
Pharmacy
=
Drogist
City centre
=
Stadscentrum
Voucher
=
Coupon
To appeal
=
Aanspreken/aanlokkelijk
Towel
=
Handdoek
Garden furniture
=
Tuinmeubelen
Personnel / Staff
=
Personeel
Normally
=
Normaal gesproken
Apparently
=
Blijkbaar
Maintenance
=
Onderhoud
Sheet
=
Deken
Besides
=
Bovendien
Dustbin
=
Vuilnisbak
Fully booked
=
Volgeboekt
Misunderstanding
=
Misverstand
Yesterday evening
=
Gisteravond
Brochure
=
Folder
Christmas
=
Kerst
Arrangement
=
Arrangement
Department
=
Afdeling
Fight
=
Ruzie
Terrible / Horrible
=
Afschuwelijk
To change / to alter
=
Wijzigen
To send to the home address
=
Thuissturen
To process
=
Verwerken
To throw away
=
Weggooien
Payments
=
Betalingen
This summer
=
Komende zomer
Holiday destination
=
Vakantiebestemming
Apartment
=
Appartement
Dordogne
=
Dordogne
In time
=
Op tijd
To have sent
=
Laten opsturen
Emergency telephone number
=
Hulpnummer
To check in
=
Inchecken
Not quite clear
=
Niet helemaal duidelijk
Out of order
=
Buiten werking
Confirmation
=
Bevestiging
Access code
=
Toegangscode
To have printed by
=
Laten printen door
To queue there
=
In de rij aansluiten
To be fed up
=
Balen
Rather
=
Behoorlijk
nervous
=
Zenuwachtig
Tax-free / Duty-free
=
Belastingvrij winkelen