NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
De Uitgeversgroep
Engels op B1-niveau voor Handel en Verkoop
B1 - 1e editie
Hoofdstuk 4.0 - Logistiek
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
Coast / shore
=
Kust
To transfer
=
Overdragen
Navigable
=
Bevaarbaar
Demand
=
Vraag
Shelter
=
Beschutting
Wave
=
Golf
Rare
=
Zeldzaam
Traffic
=
Verkeer
Storage facility
=
Opslagfaciliteit
To extend
=
Uitstrekken
Longshoreman
=
Dokwerker
Forklift
=
Heftruck
Provided by
=
Geleverd door
Public body
=
Overheidsinstantie
Cannery
=
Conservenfabriek
To process
=
Verwerken
Nearby
=
Vlakbij
To feature
=
Kenmerken door
Canal
=
Kanaal/gracht
To allow
=
Toestaan
Inland
=
Landinwaarts
Intermodal
=
Intermodaal
Beyond
=
Voorbij
Harbour pilot
=
Havenloods
Tugboat
=
Sleepboot
To manoeuvre
=
Manoeuvreren
Quarter
=
Plek
Grain
=
Graan
Liquid fuel
=
Vloeibare brandstof
Additionally / Moreover
=
Bovendien
To divide
=
Verdelen
Stevedore
=
Stuwadoor
To change
=
Veranderen
Rapidly
=
Snel
To adapt
=
Aanpassen
Crucial
=
Belangrijk
To call at
=
Zich melden
Port of call
=
Aanleghaven
Competitive
=
Concurrerend
Gateway
=
Poort
Transhipment
=
Overslag
However
=
Echter
To cope with
=
Omgaan met
Therefore
=
Daarom
To be eager to
=
Popelen om
To initiate
=
Beginnen
Parliamentary
=
Parlementair
To emphasize
=
Benadrukken
Hinterland
=
Achterland
Boundary
=
Grens
Freight train
=
Goederentrein
Automated
=
Geautomatiseerd
Departure
=
Vertrek
Distance
=
Afstand
Arrival
=
Aankomst
Inland shipping
=
Binnenvaart
Log
=
Boomstam
Health
=
Gezondheid
To monitor / To verify
=
Controleren
Authority
=
Autoriteit
Seaport
=
Zeehaven
Infectious
=
Besmettelijk
Veterinarian
=
Dierenarts
To be employed
=
In dienst zijn
To reinforce
=
Versterken
Outbreak
=
Uitbraak
Avian influenza
=
Vogelpest
Foot and mouth disease
=
Mond en klauwzeer
To enforce
=
Afdwingen
To ease
=
Verlichten
Consignment
=
Zending
To safeguard
=
Beschermen
Compliance
=
Nakoming
To declare
=
Verklaren
To notify
=
Aankondigen
Hay
=
Hooi
Straw
=
Stro
To ban
=
In de ban doen
Warehouse
=
Magazijn
Container ship
=
Containerschip
Temporarily
=
Tijdelijk
The day after tomorrow
=
Overmorgen
Bill of lading
=
Vrachtbrief
Classic car
=
Oldtimer
To store
=
Opslaan
To call
=
Melden
To drive on
=
Doorrijden
Short notice
=
Korte termijn
To refer to
=
Doorverwijzen
Explanation
=
Uitleg
Harbour master
=
Havenmeester
Copy
=
Kopie
Fluorescent
=
Fluorescerend
Jacket
=
Jas
Ride
=
Rit
Fairly
=
Redelijk
Navigation equipment
=
Navigatiesysteem
To indicate
=
Aangeven
To seal
=
Verzegelen
To shift
=
Verschuiven
To reimburse
=
Vergoeden
Clear
=
Duidelijk
To insure
=
Verzekeren
Transport damage
=
Transportschade
Right side
=
Rechterzijde
To secure
=
Vastzetten
To loosen
=
Losraken
Considerably / Significantly
=
Aanzienlijk
Financially speaking
=
Financieel gezien
To regret
=
Betreuren
Normally
=
Normaal gesproken
Overboard
=
Overboord
Missing
=
Vermist
Damage expert
=
Schade-expert
Insurance company
=
Verzekeringsmaatschappij
To crawl
=
Kriebelen
Terrified
=
Doodsbang
Benefit of the doubt
=
Voordeel van de twijfel
Road sign
=
Verkeersbord
Sign giving order
=
Verbodsbord
Destination
=
Bestemming
Vehicle
=
Voertuig
Give way
=
Voorrang verlenen
Major road
=
Voorrangsweg
To overtake
=
Inhalen
To segregate
=
Scheiden
Pedestrian
=
Voetganger
To make a U-turn
=
Keren
Warning sign
=
Waarschuwingsbord
Staggered / Uneven
=
Ongelijk
To merge
=
Samenvoegen
Frail
=
Teer / zwak
Dual carriageway
=
Vierbaansweg
Level crossing
=
Spoorwegovergang
Barrier
=
Slagboom
T-junction
=
T-splitsing
Priority
=
Voorrang
Bend
=
Bocht
Information sign
=
Informatiebord
Bus lane
=
Busbaan
Lane
=
Rijstrook
Slip road
=
Afrit
Carriageway
=
Rijbaan
Chippings
=
Steenslag
Through road
=
Doorgaande weg
Joining
=
Invoegend
Home zone
=
Woonerf
Verge
=
Berm
Queue
=
File
Hump
=
Verkeersdrempel
Footpath, pavement
=
Stoep
Oncoming
=
Tegemoetkomend
To govern
=
Besturen
Legal power
=
Wettelijke bevoegdheid
Subject to
=
Behoudens
Requirement
=
Eis
To define / To determine
=
Bepalen
To dictate
=
Voorschrijven
Built up area
=
Bebouwde kom
Single carriageway
=
Tweebaansweg
Motorway
=
Autosnelweg
To tow
=
Slepen
To require
=
Eisen
To deem
=
Achten
Interval
=
Tussenpoos
Thus
=
Als volgt
Indicator
=
Richtingaanwijzer
To enable
=
Gelegenheid geven
Successive
=
Opeenvolgend
To term
=
Noemen
Hard shoulder
=
Vluchtstrook
To break down
=
Defect raken
To obtain
=
Verkrijgen
Resident
=
Inwoner
Initially
=
Ten eerste
Provisional
=
Voorlopig
To issue
=
Uitgeven
Accompanied by
=
Vergezeld van
To supervise
=
Toezicht houden
To exchange
=
Omruilen
To apply
=
Aanvragen
To renew
=
Vernieuwen
Bilateral
=
Tweezijdig
Treaty
=
Verdrag
Sovereign
=
Soeverein
To convict
=
Veroordelen
Offence
=
Overtreding
To exceed
=
Overschrijden
To punish
=
Bestraffen
Response
=
Antwoord
Expectation
=
Verwachting
Accommodated by
=
Opgevangen door
To be capable
=
In staat zijn
Contribution
=
Bijdrage
In this regard
=
In dit verband
Precondition
=
Randvoorwaarde
Fleet
=
Vloot
To comprise
=
Omvatten
Hauler
=
Transporteur
Congestion
=
Opstopping
Emission
=
Uitstoot
Executive
=
Uitvoerend
Maintenance
=
Onderhoud
Top reserve
=
Behouden
Emphasis
=
Nadruk
Lock
=
Sluis
Properly
=
Correct
To dredge
=
Uitbaggeren
Passable
=
Begaanbaar
To pose
=
Stellen
To anticipate
=
Vooruitlopen
To arise
=
Ontstaan
Berth
=
Aanlegplaats
To constitute
=
Vormen
Junction
=
Verbinding
To improve
=
Verbeteren
Wide
=
Breed
To blow over
=
Omwaaien
To redirect
=
Omleiden
Speed camera
=
Snelheidscamera
Roundabout
=
Rotonde
Prohibited
=
Verboden
Card game
=
Kaartspel
Iron ore
=
IJzererts
Equator
=
Evenaar
Plain
=
Effen
Industrial area
=
Industriegebied
To design
=
Ontwerpen
Spare part
=
Reserveonderdeel
Commonly
=
Alledaags
Replenishment
=
Aanvulling
To assign
=
Toewijzen
For instance
=
Bijvoorbeeld
Whereas
=
Terwijl
To collate
=
Vergelijken
Conveyor
=
Transportband
Annual
=
Jaarlijks
Safety guideline
=
Veiligheidsvoorschrift
Regulation
=
Regelgeving
To maintain
=
Handhaven
Neat
=
Netjes
To slip
=
Uitglijden
Carton
=
Karton
To attend
=
Bijwonen
Archive
=
Archief
To mandate
=
Verzorgen
Hard hat
=
Veiligheidshelm
Steel-toed boot
=
Laars met stalen neus
Safety goggles
=
Veiligheidsbril
Heave glove
=
Werkhandschoen
Exception
=
Uitzondering
Ramp
=
Helling
To stack
=
Stapelen
To retrieve
=
Terugvinden
Confined
=
Beperkt
To reduce
=
Verminderen
Additional
=
Extra
Effortless
=
Moeiteloos
Storage compartment
=
Opslagruimte
narrow
=
Smal
Width
=
Breedte
Sideways
=
Zijdelings
Fatigue
=
Vermoeidheid
Visibility
=
Zichtbaarheid
Robustness
=
Robuustheid
Timely
=
Tijdig
Nationwide
=
Landelijk
To sacrifice
=
Opofferen
Pride
=
Trots
Seismic
=
Seismisch
In conformance with
=
Conform
To tear down
=
Slopen
To plan
=
Inrichten
Acquaintance
=
Kennis
Assortment
=
Assortiment
Terms of delivery
=
Leveringsvoorwaarden
Terms of maintenance
=
Onderhoudsvoorwaarden
To underestimate
=
Onderschatten
Beam
=
Balk
To multiply
=
Vermenigvuldigen
Dozens
=
Tientallen
Massive
=
Enorm
Terms of payment
=
Betalingsvoorwaarden
Thousands
=
Duizenden