Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • big = groot
  • dark = donker
  • light = licht
  • chair = stoel
  • drink = drankje
  • floor = vloer
  • furniture = meubels
  • kitchen = keuken
  • sofa = bank
  • table = tafel
  • wall = muur
  • window = raam
  • British = Brits
  • Dutch = Nederlands
  • Great Britain = Groot-Brittannië
  • black = zwart
  • blue = blauw
  • brown = bruin
  • green = groen
  • grey = grijs
  • orange = oranje
  • red = rood
  • white = wit
  • yellow = geel
  • high = hoog
  • upstairs = boven / naar boven
  • cook = koken
  • say = zeggen
  • carpet = vloerbedekking
  • granddaughter = kleindochter
  • grandson = kleinzoon
  • room = kamer
  • for sale = te koop
  • danger = gevaar
  • dangerous = gevaarlijk
  • safe = veilig
  • eat = eten
  • bath = bad
  • children = kinderen
  • head = hoofd
  • shower = douche
  • thing = ding
  • always = altijd
  • everything = alles
  • beach = strand
  • castle = kasteel
  • football = voetbal
  • question = vraag
  • round = rond
  • where = waar