Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • a long time ago = lang geleden
  • eat - ate - eaten = eten - at - gegeten
  • have to - had to - had to = moeten - moest - gemoeten
  • interesting = interessant
  • like = zoals
  • serious = ernstig
  • small = klein
  • sound = klinken
  • think - thought - thought = denken - dacht - gedacht
  • whole = hele
  • education = opleiding
  • even = zelfs
  • get - got - got = halen - haalde - gehaald
  • neighbours = buren
  • poor = arm
  • sell - sold - sold = verkopen - verkocht - verkocht
  • spend - spent - spent = uitgeven - gaf uit - uitgegeven
  • teach - taught - taught = leren - leerde - geleerd
  • back = rug
  • bag = zak
  • can = blikje
  • carry = dragen
  • dangerous = gevaarlijk
  • factory = fabriek
  • mean = betekenen
  • per cent = procent
  • road = weg
  • sixteen-year-old / 16-year-old = zestienjarige
  • story = verhaal
  • take care of = zorgen voor
  • brilliant = geweldig
  • charity = goed doel
  • collect = inzamelen
  • ever = ooit
  • far away = ver weg
  • finished = klaar
  • fund raising = geldinzameling
  • Just a minute! = Wacht even
  • madam = mevrouw
  • sit - sat - sat = zitten - zat - gezeten