Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • free period = tussenuur
  • recently = de laatste tijd
  • designer clothes = merkkleding
  • anyway = toch / hoe dan ook
  • arrange = regelen
  • rack = rek
  • keep = houden
  • available = beschikbaar
  • mainly = vooral / voornamelijk
  • investigate = onderzoeken
  • conditions = omstandigheden
  • employee = werknemer
  • stack shelves = vakken vullen
  • dream = droom
  • till = geldlade
  • stain = vlek
  • rise = salarisverhoging
  • grown-up = volwassen
  • up to = tot
  • employer = werkgever
  • cope with = aankunnen
  • valid = geldig
  • work permit = werkvergunning
  • engineer = ingenieur
  • qualifications = diploma's
  • required = nodig
  • lawyer = advocaat
  • pretty = best
  • natural = natuurlijk
  • welder = lasser
  • pass = slagen voor
  • entry exam = toelatingsexamen
  • weapon = geweer / wapen
  • raise = stichten
  • you're hired = je bent aangenomen
  • work placement = stage
  • factory = fabriek
  • manners = manieren
  • cancel = stopzetten