Engels : Nederlands in connection with = in verband met reveal = onthullen blaze = vuurzee five-storey = met vijf verdiepingen / met 5 verdiepingen spokesman = woordvoerder access = toegang emergency = noodgeval pay rise = salarisverhoging union = vakbond except for = behalve spells = perioden outlook = vooruitzicht billion = miljard freight = vracht launch a scheme = een programma starten volunteer = vrijwilliger prosecute = vervolgen turn down an offer = een aanbod afslaan stab = neersteken main headlines = belangrijkste krantenkoppen attack = aanval cheat = bedriegen elderly = ouderen according to = volgens suspect = verdachte release = vrijlaten accuse = beschuldigen theft and burglary = diefstal en inbraak suspicious behaviour = verdacht gedrag mirror = spiegel annual = jaarlijks / jaarlijkse in aid of = ten behoeve van enquiries = inlichtingen trial = berechting grab = grijpen split = verdelen animal shelter = dierenasiel basket = mand doorstep = stoep gone = weg bite and growl = bijten en grommen get hold of = vastpakken willing = bereid amount = hoeveelheid pedigree dog = rashond up to = tot aim = doel draw attention to = aandacht vragen voor identify = identificeren stranger = onbekende in sight = in het zicht announce = aankondigen claim = beweren mistreat = mishandelen narcotics = verdovende middelen / drugs ambition = ambitie develop = ontwikkelen identity = identiteit behave = gedragen discover = ontdekken