Engels : Nederlands record company = platenmaatschappij executive = directeur involved in = betrokken bij attitude = houding familiar with = bekend met fancy = zeer luxe / luxe wealthy = rijk dressed = aangekleed barely = amper / nauwelijks over and over = steeds opnieuw possession = eigendom / bezit sign = teken aware = bewust governor = bestuurder on behalf of = namens broadcast - broadcast - broadcast = uitzenden - zonden uit - uitgezonden broadcast = uitzending stitches = hechtingen angle = hoek groan = kermen surgeon = chirurg cut - cut - cut = snijden - sneed - gesneden footage = filmbeelden truth = waarheid tough = taai / sterk conditions = omstandigheden application form = inschrijfformulier host = presenteren couch potato = tv-verslaafde / televisieverslaafde get rid of = wegdoen raise = ter sprake brengen current affairs = actualiteiten research = onderzoek as little as = slechts cause = oorzaak fear = zijn bang voor / bang zijn voor measures = maatregelen welcome = verwelkomen harsh = streng / strenge giant = reus rule = regeren defeat = verslaan enemy = vijand to sum up = samengevat imagination = verbeelding / fantasie literally = letterlijk