Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • on holiday = op vakantie
  • travel agency = reisbureau
  • sea = zee
  • by train = met de trein
  • plane / airplane = vliegtuig
  • date = datum
  • double room = tweepersoonskamer
  • platform = perron
  • passport = paspoort
  • bag = tas
  • neighbours = buren
  • mail = post
  • pack = inpakken
  • far = ver
  • build = bouwen
  • delayed = vertraagd
  • fire = brand
  • exit = uitgang
  • smoke = roken
  • centre = midden
  • information desk = informatiebalie
  • elevator = lift
  • delay = vertraging
  • above = boven
  • degrees = graden
  • luggage = bagage
  • gift = geschenk
  • bottle = fles
  • trousers = broek
  • hat = hoed
  • lazy = lui
  • sunny = zonnige
  • coast = kust
  • last = duren
  • autumn = herfst
  • offer = aanbieding
  • nature = natuur
  • landscape = landschap
  • bike = fiets
  • island = eiland
  • forest = bos
  • full board = volpension
  • location = locatie
  • half board = halfpension
  • Italy = Italië
  • view = uitzicht
  • camping site / camp site = camping
  • check in = inchecken / melden
  • p.m. / pm = na 12 uur 's middags
  • a.m. / am = voor 12 uur 's middags / vóór 12 uur 's middags