Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • about = ongeveer
  • bath = bad
  • every day = elke dag
  • look = kijken
  • morning = ochtend
  • night = nacht
  • price = prijs
  • room = kamer
  • send = sturen
  • shower = douche
  • too bad = jammer
  • book = reserveren
  • boring = saai
  • choose = kiezen
  • fantastic / great = fantastisch / fantastische
  • great = geweldig
  • like = leuk vinden / vinden leuk
  • money = geld
  • music = muziek
  • sing = zingen
  • ticket = kaartje
  • tonight = vanavond
  • January = januari
  • February = februari
  • March = maart
  • April = april
  • May = mei
  • June = juni
  • July = juli
  • August = augustus
  • September = september
  • October = oktober
  • November = november
  • December = december
  • but = maar
  • do = doen
  • Have fun! = Veel plezier!
  • good idea = goed idee
  • match = wedstrijd
  • nothing = niets
  • on holiday = op vakantie
  • say = zeggen
  • take a photo / take a picture = een foto nemen
  • Sunday = zondag
  • Monday = maandag
  • Tuesday = dinsdag
  • Wednesday = woensdag
  • Thursday = donderdag
  • Friday = vrijdag
  • Saturday = zaterdag
  • afternoon = middag
  • buy = kopen
  • How much is it? = Wat kost het?
  • listen = luisteren
  • party = feest
  • present / gift = cadeau
  • start / begin = beginnen
  • big = groot