Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • arrive = aankomen / arriveren
  • child / kid / child = kind
  • cold = koud
  • fun = plezier
  • game = spel
  • gift / present = cadeau / souvenir
  • hot = warm / heet
  • next to = naast
  • serve = serveren
  • shop = winkel
  • ball = bal
  • because = omdat
  • catch = vangen
  • daughter = dochter
  • point = punt
  • run = rennen
  • sad = treurig
  • stick = stok
  • teacher = docent
  • win = winnen
  • coffee = koffie
  • final = finale
  • kitchen = keuken
  • more = meer
  • news = nieuws
  • pet = huisdier
  • round = ronde
  • sailing = zeilen
  • stadium = stadion
  • ask = vragen
  • I'm sorry. = Het spijt me.
  • newspaper = krant
  • number = nummer
  • popular = populair / populaire
  • terrible = vreselijk
  • understand = begrijpen