Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • shopping mall / shopping centre = winkelcentrum
  • a few / a couple of = een paar
  • countryside = platteland
  • far = ver
  • snow = sneeuw
  • coat = jas
  • glove = handschoen
  • chimney = schoorsteen
  • turkey = kalkoen
  • congratulations = gefeliciteerd
  • married = getrouwd
  • change = verkleden
  • smart = nette
  • polite = beleefd
  • mouth = mond
  • competition / match = wedstrijd
  • time = keer
  • forget = vergeten
  • lock = sluiten
  • take place = plaatsvinden
  • main / principal = belangrijkste
  • town hall / city hall = stadhuis
  • crowded / busy = druk
  • reindeer = rendier
  • tree = boom
  • New Year = Nieuwjaar
  • own = eigen
  • share = delen
  • To = Aan
  • From = van
  • Come join us. = Doe met ons mee.
  • magical = betoverend
  • invitation = uitnodiging
  • fill in = invullen
  • form = formulier
  • in advance = van tevoren / vooruit
  • in town = in de stad
  • definitely / absolutely = zeker / absoluut
  • leave = overlaten / overblijven