Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • nearly = bijna
  • all the time = de hele tijd
  • view = uitzicht
  • prize = prijs
  • true = waar
  • Really? = Echt?
  • wife = echtgenote / vrouw
  • announcement = aankondiging
  • available = beschikbaar
  • exit = uitgang
  • car = auto
  • hungry = hongerig
  • ugly = lelijk
  • eat = eten
  • building = gebouw
  • rich = rijk
  • short = klein / kort
  • beard = baard
  • walk = wandelen
  • passenger = passagier
  • near / close to = vlakbij
  • huge = enorm groot
  • station = station
  • arrive = aankomen
  • page = pagina
  • Welcome home! = Welkom thuis!
  • toilet = toilet
  • park = parkeren
  • on time = op tijd
  • hour = uur
  • drink = drankje
  • look = kijken
  • wear = dragen
  • know = kennen
  • long = lang
  • woman = vrouw
  • jumper = trui
  • never = nooit
  • trousers = broek
  • much too = veel te