Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • airport = vliegveld
  • amazing = ongelofelijk
  • area = gebied
  • beach = strand
  • book = boek
  • city = stad
  • drive = autorijden
  • ferry = veerboot
  • fly = vliegen
  • leave = vertrekken
  • maybe / perhaps = misschien
  • mountains = bergen
  • must = moeten
  • nothing = niets
  • on holiday = op vakantie
  • passenger = passagier
  • plane / airplane = vliegtuig
  • platform = perron
  • return = retourtje / retour
  • road = weg
  • sea = zee
  • ticket = kaartje
  • tower = toren
  • train = trein
  • travel = reizen
  • view = uitzicht
  • visit = bezoeken
  • woman = vrouw
  • world = wereld