Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • bag = tas
  • boots = laarzen
  • cheap = goedkoop
  • clothes / clothing = kleding / kleren
  • colour = kleur
  • date = datum
  • dress = jurk
  • expensive = duur
  • fashion = mode
  • hairdresser = kapper
  • jeans = spijkerbroek
  • jumper = trui
  • lift = lift
  • look for = zoeken naar
  • market = markt
  • never = nooit
  • other = andere
  • sale = uitverkoop
  • see = zien
  • saw = zag
  • seen = gezien
  • sell = verkopen
  • shoes = schoenen
  • shop = winkel / winkelen
  • silver = zilver
  • size = maat
  • slow = langzaam
  • stairs = trap
  • tea = thee
  • trousers = broek