Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • threat = bedreiging
  • nurse = verpleegkundige
  • civilisation = beschaving
  • storage = voorraad
  • nervous = zenuwachtig
  • disturb = storen
  • terrified = doodsbang
  • scream = schreeuwen
  • shake off = afschudden
  • hit = slaan
  • response = antwoord
  • convince = overtuigen
  • mind = gedachten
  • waist = middel
  • military = leger
  • separated = gescheiden
  • distract = afleiden
  • panic attack = paniekaanval
  • close = hechte
  • hug = omhelzen
  • secure = veilig
  • shiny = glanzend
  • volcano = vulkaan
  • bullet-proof = kogelvrij
  • dare = uitdagen
  • shore = kust
  • remarkable = opmerkelijk
  • branch = tak
  • knock out = bewusteloos slaan
  • iceberg = ijsberg
  • carpentry = timmerwerk
  • voyage = reis
  • guard = bewaken
  • sense = aanvoelen
  • similarity = overeenkomst
  • furthermore = bovendien
  • stunned = verbijsterd
  • astonishing = verbazingwekkend
  • cruel = wreed
  • coincidence = toeval
  • separation = scheiding
  • strike = raken
  • reunited = herenigd
  • brain = hersenen
  • surrounded = omringd
  • yet = toch
  • twins = een tweeling
  • skull = schedel
  • acre = are
  • lifeboat = reddingsboot
  • straight = onmiddellijk
  • take = verdragen
  • heal = genezen
  • reef = rif
  • dragon = draak
  • pleasant = aangenaam
  • blister = blaar
  • explore = ontdekken
  • severe = heftige
  • landmark = historisch monument
  • within walking distance = binnen loopafstand
  • archaeological = archeologische
  • nearby = dichtbij
  • feature = kenmerk
  • itching = jeuk
  • bank note = geldbriefje
  • stage = toneel
  • performance = voorstelling
  • pocket = zak
  • in half = in tweeën
  • magician = goochelaar
  • trick = truc
  • for ages = een lange tijd
  • card = kaart
  • spooky = eng
  • believe = geloven
  • in the middle = in het midden
  • at the front = voorin
  • at the back = achterin
  • unbelievable = ongelooflijk
  • moving = aangrijpend
  • joke = een grap maken