Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • borrow / lend = lenen
  • pocket money = zakgeld
  • spend = uitgeven
  • bar of chocolate = chocoladereep
  • in line = in de rij
  • be prepared = voorbereid zijn
  • tip = fooi
  • savings = spaargeld
  • crowded = druk
  • ad = advertentie
  • pay rise = salarisverhoging
  • affect = beïnvloeden
  • waiter = bediende
  • aware of = bewust van
  • responsible = verantwoordelijk
  • likely = waarschijnlijk
  • salesman = verkoper
  • save = sparen
  • wages = loon
  • loan = lening
  • repair = repareren
  • missing = ontbrekende
  • return = terugbrengen
  • sum = bedrag
  • loss = verlies
  • rent = huren
  • helmet = helm
  • broken = kapot
  • scratch = kras
  • mirror = spiegel
  • insurance = verzekering
  • colleague = collega
  • seat = zadel
  • Spain = Spanje
  • service = dienst
  • reservation = reservering
  • charge = kosten
  • certain = bepaalde
  • account = rekening
  • go by = voorbijgaan
  • solve = oplossen
  • improve = verbeteren
  • create = maken
  • sorted = opgelost
  • accept = accepteren
  • calendar = kalender
  • load = laden
  • across = aan de andere kant
  • destination = bestemming
  • annoying = irritant
  • certainly = zeker
  • ladies and gentlemen = dames en heren
  • suggestion = voorstel
  • conductor = conducteur
  • refund = terugbetaling
  • connection = aansluiting
  • delay = vertraging
  • miss = missen
  • inform = informeren
  • attention = aandacht
  • suitcase = koffer
  • get off = eruit gaan