Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • consulting business = adviesbureau
  • ties = (sterke) band / band
  • to deceive = bedriegen
  • corporation = bedrijf / onderneming
  • upcoming = binnenkort te verwachten
  • potential = eventuele / mogelijke
  • by the way = tussen twee haakjes
  • For crying out loud! (AE) / For crying out loud! = In hemelsnaam!
  • fashionable = in de mode / modieus
  • bargain = koopje
  • to shrink = krimpen
  • designer clothes = merkkleding
  • hyped-up = opgeklopt
  • to cough up = ophoesten / op tafel leggen (fig.) / op tafel leggen
  • I’m pressed for time. = De tijd dringt.
  • conservative = traditioneel ingesteld
  • to release = het uitbrengen
  • to afford = zich veroorloven
  • legislation = wetgeving
  • to recommend = aanbevelen
  • purchase = aankoop
  • substantial = aanzienlijk
  • to confirm = bevestigen
  • evidence = bewijsmateriaal / bewijs
  • consumer = consument
  • consequently = dus / dientengevolge
  • physical = fysiek / lichamelijk
  • mental = geestelijk
  • allegations = onbewezen beschuldiging
  • enquiry = onderzoek
  • intolerable = onverdraagbaar
  • muscular injury = spierletsel
  • exploitation = uitbuiting
  • improvement = verbetering
  • to provide = verschaffen
  • to represent = vertegenwoordigen
  • bug = virus
  • proposal = (formeel) voorstel / voorstel
  • to put on weight / to put on / to gain = aankomen (in gewicht) / aankomen
  • counter = balie
  • bankrupt = bankroet
  • to contain = bevatten
  • contributor = bijdrager
  • roll = broodje
  • dietician = diëtist
  • to be bombarded with = doodgegooid worden met (fig.) / doodgegooid worden met
  • merry-go-round = draaimolen
  • impact = enorm effect
  • label = etiket
  • cure = geneesmiddel
  • self-esteem = gevoel van eigenwaarde
  • habit = gewoonte (van iemand) / gewoonte
  • health care = gezondheidszorg
  • bright = helder
  • to brainwash = hersenspoelen
  • resident = inwoner
  • vulnerable = kwetsbaar
  • low-fat = mager / vetarm
  • co-founder = mede-oprichter
  • brand = merk
  • approximately = ongeveer
  • unnoticed = onopgemerkt
  • cereals = ontbijtgranen
  • sincere = oprecht
  • carton of milk = pak melk
  • shelf = schap
  • toy = speelgoed
  • wheat = tarwe
  • overweight = te zwaar
  • pastime = tijdverdrijf / hobby
  • challenging = uitdagend
  • ultimate / after all = uiteindelijk
  • beyond = verder dan / voorbij
  • to package = verpakken
  • fibre = vezel
  • whole wheat = volkoren
  • willpower = wilskracht
  • to contribute to = een bijdrage leveren aan
  • vapour = damp / stoom
  • threshold = drempel
  • to insist on = ergens op staan
  • a proportion = gedeelte
  • to chart = in kaart brengen
  • potent = krachtig
  • disaster = ramp
  • sewer = riool
  • to conspire = samenzweren
  • to multiply = vermenigvuldigen
  • to suspect = (iets negatiefs) vermoeden / vermoeden
  • to accelerate = versnellen
  • to disrupt = verstoren
  • refugee = vluchteling
  • to predict = voorspellen
  • to reflect = weerkaatsen
  • to get involved in = betrokken raken bij
  • property = eigendom / speciale eigenschap van iets
  • appropriate = gepast / geschikt (voor een bep. situatie) / geschikt
  • injured = gewond
  • boundary = grens
  • layer = laag
  • to maintain = onderhouden
  • to ponder = overdenken
  • to switch to = overschakelen op
  • to respond to = reageren op
  • to justify = rechtvaardigen
  • rigid = stijf / niet flexibel
  • branch = afdeling / tak
  • to rely on = vertrouwen op
  • to modify = aanpassen (om geschikter te maken) / aanpassen
  • dependent on = afhankelijk van
  • to reward = belonen
  • to calculate = berekenen
  • exposure to = blootstelling aan
  • lethal = dodelijk / fataal
  • misconception = foute opvatting / misvatting
  • similar = gelijk
  • estimated = geschatte
  • agonising = hartverscheurend
  • to enable = in staat stellen
  • to ring = klinken / luiden
  • vulnerability = kwetsbaarheid
  • life expectancy = levensverwachting
  • to underestimate = onderschatten
  • denial = ontkenning
  • ignorance = onwetendheid
  • emergence = opkomst / groei
  • an abundance of = overvloed aan
  • rate = percentage
  • to pledge = plechtig beloven
  • prosperous = rijk / welvarend
  • reluctant = met tegenzin
  • to delay = uitstellen
  • to cling to = (halsstarrig) vasthouden aan / vasthouden aan
  • to improve = verbeteren
  • to condemn = veroordelen
  • prevention = voorkomen
  • orphan = weeskind
  • scary = angstaanjagend
  • to regard as = beschouwen als
  • to plant bombs = bommen leggen
  • objective = doel
  • target = doelwit
  • idly = doelloos / passief
  • by means of = door middel van
  • to endure = iets pijnlijks doorstaan / doorstaan / meemaken
  • sane = geestelijk gezond
  • domestic = huiselijk
  • mercy = medelijden
  • to oppress = onderdrukken
  • queue = rij mensen
  • to shatter = ruïneren (een leven) / ruïneren
  • to preserve = bewaren
  • suspicious = verdacht
  • global = wereldwijd / over de hele wereld
  • suicide bombing = zelfmoordaanslag
  • appointment = afspraak
  • in response = in antwoord op
  • to convey a message = een boodschap overbrengen
  • to demand = eisen / verlangen
  • leaflet = folder
  • to get carried away = zich laten gaan / meeslepen
  • to pack = inpakken
  • survey = onderzoek (naar de mening van mensen) / onderzoek
  • to tackle a problem = een probleem aanpakken
  • reckless = roekeloos
  • to insist that = erop staan dat
  • to launch = starten / opzetten
  • to admit = toegeven
  • to be determined = vastbesloten zijn
  • confidential = vertrouwelijk
  • to catch a disease = een ziekte oplopen