Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • aforementioned = bovengenoemd
  • to breed = veroorzaken / doen ontstaan
  • entrepreneur = ondernemer / zakenman die een bedrijf opricht
  • merger = fusie
  • to nurture = koesteren
  • stock = aandelen
  • stockbroker = effectenmakelaar
  • strained = gespannen
  • constituency = kiesdistrict
  • curriculum = vakkenaanbod / onderwijsprogramma
  • detention centre = opvangkamp voor illegalen
  • detention = opsluiting / opsluiting als straf
  • dispersal = verspreiding
  • to ensure = garanderen / verzekeren
  • to facilitate = vergemakkelijken
  • features = als speciaal kenmerk hebben
  • foreseeable = nabij
  • an influx of = toevloed
  • leafy = bosrijk
  • to manage = besturen
  • to opt for = kiezen
  • trial = proef- / proef
  • analogy = overeenkomst (tussen twee dingen) / overeenkomst
  • attainable = haalbaar / bereikbaar
  • backlash = reactie / verzet van veel mensen / verzet
  • boundless = grenzeloos
  • convention = congres / bijeenkomst
  • core = kern / hart
  • dispossession = onteigening
  • to encompass = bevatten (een groot aantal van iets) / bevatten
  • to erase = vernietigen / wegvagen
  • to erode = uithollen
  • gulf = kloof
  • indigenous = inheems
  • inequity = onrechtvaardigheid
  • laissez-faire = zonder veel regels / leven en laten leven
  • to lean towards = neigen naar (vooral m.b.t. mening) / neigen naar
  • to mar = iets goeds verstoren / verstoren / iets goeds bederven / bederven
  • to merge into = fuseren
  • migrant = migrant
  • to gather momentum = aan kracht winnen
  • to originate = ontstaan / voor het eerst voorkomen m.b.t. plaats / voor het eerst voorkomen
  • research fellow = wetenschapper
  • to recuperate = herstellen (gezondheid) / herstellen
  • self-determination = zelfbeschikking / het eigen baas zijn
  • to submerge in = onderdompelen
  • tapestry = wandkleed
  • tiles = tegel / dakpan
  • utopian = utopisch / onverwezenlijkbaar
  • assumption = veronderstelling
  • atrocities = wreedheden (vooral in de oorlog) / wreedheden
  • backward = achtergebleven / onderontwikkeld
  • bias = vooroordeel
  • concession = tegemoetkoming
  • discontent = ontevredenheid
  • to lobby = druk uitoefenen (op een politicus) / druk uitoefenen
  • omnipotence = almacht
  • plight = moeilijke en zielige situatie
  • to prevail = de boventoon voeren
  • to reckon with = rekening houden met
  • to resent = wrok koesteren / boos zijn over iets
  • shift = verandering
  • staunch = loyaal
  • zeal = ijver
  • academic content = leerinhoud
  • beneficiary = begunstigde
  • competence = bekwaamheid
  • to defy = uitdagen / niet gehoorzamen
  • to designate = bestempelen als
  • dogged = vasthoudend / hardnekkig
  • enrolment = inschrijving voor school
  • to expose = onthullen
  • to fend for = opkomen voor / opkomen voor jezelf
  • hallway = gang / hal
  • haphazard = ongeordend
  • immersion = onderdompeling
  • proficient = vaardig
  • to thrive = het goed doen
  • urge = sterke drang / behoefte
  • to waive = afzien van iets hoewel je er officieel recht op hebt
  • to wind up in = belanden in
  • overdraft = bankschuld
  • alien = vreemd
  • allowance = geld (regelmatig uitgekeerd geldbedrag) / geld
  • to confine = opsluiten in
  • to scrap = schrappen
  • unsettled = onzeker