NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-6vwo
Ofcourse2-6v-H6-NE
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
adjustment / adaptation / adaptation / adjustment
=
aanpassing
to affect
=
aantasten
to be preoccupied by
=
in beslag genomen door
lasting
=
blijvend
to participate in
=
deelnemen aan
pressure
=
druk (geestelijk) / druk
solitude
=
eenzaamheid (in positieve zin) / eenzaamheid
to acknowledge
=
erkennen
to witness
=
getuige zijn van
fierce
=
heftig / fel
feature
=
hoofdkenmerk
to a certain extent
=
tot op zekere hoogte
after all
=
immers
at any rate
=
in elk geval
in short / in short, …
=
kortom, …
to be in decline
=
minder worden
implication
=
mogelijk gevolg
emphasis
=
nadruk
proportion
=
deel
authentic
=
onvervalst / echt
to be rooted in
=
zijn oorsprong hebben in
defiance
=
opstandigheid
obligation
=
plicht
ultimately
=
uiteindelijk
verbal
=
mondeling
significant
=
vooraanstaand / belangrijk
act
=
wet (die aangenomen is) / wet
to be exposed to
=
in aanraking komen met
impact
=
krachtige invloed
unmanageable
=
onhandelbaar
to nurture
=
tot ontwikkeling brengen
emergence
=
opkomst
disruptive
=
ordeverstorend
ill-equipped
=
slecht toegerust
stock
=
voorraad
to globalise
=
zich wereldwijd verspreiden
to insult
=
beledigen
notoriety
=
beruchtheid
expendable income
=
besteedbaar inkomen
to be involved in
=
betrokken zijn bij
to contest
=
betwisten
awareness / consciousness
=
bewustzijn
citizen
=
burger
to focus on
=
zich concentreren op
consumer
=
consument / gebruiker / consument
frankly
=
eerlijk gezegd
insane
=
gestoord / krankzinnig
vivid
=
helder / duidelijk (herinnering) / duidelijk
editorial
=
hoofdartikel
resources
=
hulpmiddelen
executive
=
leidinggevend persoon / directeur
integrity
=
onkreukbaarheid
conviction
=
overtuiging
savvy
=
snugger / praktische kennis hebbend
intermediary
=
tussenpersoon
to release
=
uitbrengen (cd) / uitbrengen
to fade away
=
langzaam verdwijnen
election
=
verkiezing
to market
=
verkopen / op de markt brengen / op de markt brengen
to intensify
=
versterken
weird
=
vreemd
arguably
=
aantoonbaar
to derive from
=
afleiden van
consequently
=
als gevolg daarvan / dus
acquaintance
=
bekende / kennis
approach
=
benadering
to confine to
=
beperken tot
freshman
=
eerstejaars student (AE) / eerstejaars student
to encounter
=
geconfronteerd worden met
similar
=
gelijk / soortgelijk
simultaneous
=
gelijktijdig
appropriate
=
geschikt
in a nutshell
=
in een notendop / kort samengevat
distinctive
=
kenmerkend / typisch
enterprise
=
onderneming
to differentiate
=
onderscheid maken
to convey
=
overbrengen / overdragen (informatie) / overdragen
overview
=
overzicht
to attempt
=
pogen
validity
=
rechtsgeldigheid
to found
=
stichten
reluctance
=
tegenzin / schroom
dedication
=
toewijding
to determine
=
vaststellen
to clarify
=
verduidelijken
fictitious
=
verzonnen
prediction
=
voorspelling
to back
=
ondersteunen / steunen
foundation
=
basis / begin / stichting
to launch
=
beginnen / starten
impressionable
=
beïnvloedbaar
to assess
=
bepalen / vaststellen
to portray
=
beschrijven / afbeelden
involvement
=
betrokkenheid
to dispute
=
betwisten / in twijfel trekken
contribution
=
bijdrage / inbreng
the extent to which
=
de mate waarin
to take credit
=
met de eer strijken
issue
=
kwestie
puppet
=
marionet / speelpop
subconscious
=
onderbewustzijn
evolution
=
ontwikkeling
to cease
=
ophouden / tot een eind komen
accomplishment
=
prestatie
harmful
=
schadelijk
tolerance
=
verdraagzaamheid
prior to
=
voorafgaand aan
to shape
=
vormen / richting geven aan
virtually
=
vrijwel / praktisch
senseless
=
zinloos / onzinnig
to urge
=
aansporen / dringend verzoeken
overall
=
algeheel
cover the subject matter
=
de stof behandelen
to boost
=
bevorderen
evident
=
duidelijk
self-esteem
=
eigenwaarde / zelfrespect
to ensure
=
garanderen / instaan voor
criticism of
=
kritiek op
that’s due to
=
dat ligt aan
namely
=
namelijk / nl.
to get along with
=
met iemand kunnen opschieten
PTA meeting / Parent-Teacher Association meeting
=
ouderavond
in tune with
=
in overeenstemming met
to suit
=
passen bij
atmosphere
=
sfeer
grant
=
studiebeurs
committed
=
toegewijd
to see to it that
=
erop toezien dat
dropout
=
uitvaller
to turn out wrong
=
verkeerd uitpakken
compulsory
=
verplicht
to exhibit
=
vertonen
to supply with
=
voorzien van
to state that
=
aangeven dat
to catch on
=
aanslaan / populair worden
topical
=
actueel
perception
=
beleving
participation
=
deelname
participant
=
deelnemer
host school
=
gastschool
to gain knowledge of
=
kennis opdoen van
age group
=
leeftijdsgroep
to put forward
=
naar voren brengen
to do sth. properly / to do something properly
=
iets netjes doen
level
=
niveau
indispensable
=
onmisbaar
striking
=
opvallend
governmental institution
=
overheidsinstantie
proposition
=
stelling
to discuss elaborately
=
uitvoerig bespreken
exchange
=
uitwisseling
surely
=
vast en zeker
diversity
=
verscheidenheid