Engels : Nederlands adverse = ongunstig / schadelijk benign = aardig / vriendelijk consent = toestemming to contaminate = verontreinigen / vervuilen distribution = verdeling emission = uitstoot exploitative = uitbuitings greenhouse = broeikas to be laid off = ontslagen worden mainstream = meest voorkomend pollution = vervuiling to preserve = behouden sustainable = duurzaam urbanised = verstedelijkt vendor = verkoper to wipe out = uitroeien