Engels : Nederlands
artificial = kunst
athlete = atleet
debt = schuld
determined = vastbesloten
direction = richting
dreadful = vreselijk
episode = aflevering
obsession = obsessie
significant = aanzienlijk
imagine = zich voorstellen
influence = beinvloeden
lawyer = advocaat
reality = werkelijkheid
satisfaction = voldoening
self-employed = zelfstandige, eigen baas
traditional = traditioneel
vet = dierenarts
(to) annoy = irriteren
bury = begraven
disapprove = afkeuren
effort = moeite
"\"with great vengeance and [furious] anger..." = woedend
impression = indruk
impact / [influence] = invloed
move house = verhuizen
nasty = gemeen
nuclear power = kernenergie
ancestors = voorouders
chime = klokkenspel / luiden
clever = slimme
freedom = vrijheid
icon = symbool
landmark = herkenningspunt
solid / [reliable] = betrouwbaar
appealing = aantrekkelijk
"\"I never heard a single [complaint]..." = klacht
convenience = gemak
customer service = klantenservice
out of stock = niet meer op voorraad
range from ... to = variëren van ... tot
refund = terugbetaling
Suddenly Sir Russell the fox [appear]s by the fence. = Opeens [verschijnt] de vos Russell bij het hek.
attempt = poging
bruise = blauwe plek
community centre = wijkcentrum
[despite] / in spite of = ondanks
distraction = afleiding
truck / [lorry] = vrachtwagen
survey = enquête, onderzoek
vein = ader
weak = zwak
concept = idee / motivatie
dumpster = container
first aid kit = EHBO-koffer
flashlight = zaklantaarn
replace = terugzetten / terugleggen
schedule = schema
shortage = tekort
street fair = braderie
useful = nuttig, bruikbaar
value = waarde
worth the effort = de moeite waard