Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • must = moet
  • farmer = boer
  • farm = boerderij
  • vet = dierenarts
  • lambs = lammeren
  • born = geboren
  • last night = gisteravond
  • spring = lente
  • cows = koeien
  • calves = kalveren
  • horses = paarden
  • unusual = ongewoon
  • map = landkaart
  • countryside = platteland
  • wear = dragen
  • right = juist
  • hear = horen
  • emergency = nood
  • cycling = fietsen
  • enjoy = genieten
  • confident = zeker van jezelf
  • complete = afmaken
  • change = veranderen
  • mist = mist
  • cloudy = bewolkt
  • burning = verbranden
  • get = krijgen
  • pack = pakket
  • order = bestellen
  • available = verkrijgbaar
  • afraid = bang
  • need = heb nodig
  • name = naam
  • address = adres
  • way = manier
  • really = echt