- Engels Nederlands
- above = boven
- sea-level = zeeniveau
- approaching = naderen
- landing procedure = landingsprocedure
- cross = kruis
- runway = landingsbaan
- smooth = zachte
- control stick = stuurknuppel
- to release = loslaten
- landing gear = landingsgestel
- flashing = flikkeren
- to come down = neerkomen
- aircraft = vliegtuig
- brace yourself = zet jezelf schrap
- hard = hard
- thunderstorm = onweersstorm
- covered = bedekt
- leaf = blad (van een boom) / blad van een boom
- degrees = graden
- hailstones = hagelstenen
- shaking = beefde
- lightning = bliksem
- damage = schade
- only = alleen maar
- to attack = aanvallen
- bird of prey = roofvogel
- stuck in = vast in
- wing = vleugel
- claws = klauwen
- rare = zeldzaam
- relieved = opgelucht
- to crash = neerstorten
- treatment = behandeling
- injury = verwonding
- went up in flames = ging in vlammen op
- electricity = electriciteit
- bill = rekening
- windmill = windmolen
- back garden = achtertuin
- to propose = voorstellen
- straighten = rechtmaken
- die = doodgaan
- wasting = verspillen
- environment = milieu
- to melt = smelten
- rain forests = regenwouden
- lawnmower = grasmaaier
- air pollution = luchtvervuiling
- public transport = openbaar vervoer
- to cancel = afzeggen