Engels : Nederlands to string = draden spannen to have in tow = bij zich hebben to boast = opscheppen top-rank = hoogste klasse to weave = weven to attach = vastmaken skill = vaardigheid patience = geduld tournament = toernooi gut = darm secondary = tweede application form = aanmeldingsformulier county = provincie practice court = oefenbaan to stick to = vasthouden aan to achieve = bereiken qualification = diploma fast and furious = heel erg snel strung = gespannen (to string-strung-strung) / gespannen a sniff of a chance = een kleine kans to recommend = aanbevelen niche business = nichemarkt