- Engels Nederlands
- than = dan
- either … or … = of of
- to be keen = veel zin hebben
- advice = advies
- excellent = geweldig
- lad = jongen, knaap / knaap / jongen
- cricket = cricket
- nobody = niemand
- hero = held
- boxer = bokser
- to be born = geboren worden
- boxing = boksen
- certainly = zeker
- silver = zilver, zilveren / zilver / zilveren
- medal = medaille
- sharp = scherp
- Switzerland = Zwitserland
- baseball = honkbal
- sporting legend = sportlegende
- Olympic = Olympisch
- tiger = tijger
- ice-dancing = ijsdansen