Engels : Nederlands
order = bestelling
waitress = serveerster
voluntary = vrijwillig
work experience = stage, werkervaring / stage / werkervaring
to plan = van plan zijn
Easter = Pasen
hourly rate = uurloon
ever so = heel
including = inclusief
to recommend = aanbevelen
cauliflower = bloemkool
meatball = gehaktbal
mashed potatoes = aardappelpuree
to remind = herinneren aan
to approve of = goedkeuren
hairstyle = kapsel
praise = lof
expert = expert, deskundige / expert / deskundige
to spend / spent / spent = besteden, doorbrengen / besteden / doorbrengen
care home = verzorgingshuis
the sick = zieken
the elderly = ouderen, bejaarden / ouderen / bejaarden
society = de maatschappij
regular = vaste klant
gorgeous = verrukkelijk, heerlijk / verrukkelijk / heerlijk
to pack up = inpakken
yummy = lekker, smakelijk / lekker / smakelijk
hospice = hospice, verpleeghuis voor terminale patiënten / hospice / verpleeghuis voor terminale patiënten
salon = kapsalon, salon / kapsalon / salon
glamorous = vol glamour
thrilling = spannend
angel = engel