- Engels Nederlands
- secondary school = middelbare school
- across the road from = tegenover
- holiday = vakantie
- only = pas, nog maar / pas / nog maar
- easy = gemakkelijk
- to be lucky = geluk hebben
- luck = geluk
- worker = werker
- parents = ouders
- teacher = leraar / lerares / leraar / lerares
- out of town = buiten de stad
- cousin = neef, nicht / neef / nicht
- editor = hoofdredacteur
- rude = onbeleefd
- question = vraag
- to become = worden
- school magazine = schoolkrant
- magazine / journal = tijdschrift
- idea = idee
- to be good at = goed zijn in
- number = getal
- to ask = vragen
- too = ook
- maybe = misschien
- excellent = uitstekend
- to calm down = kalmeren, rustig worden / kalmeren / rustig worden