Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • cousin = neef, nicht
  • date = datum
  • every = elk(e)
  • example = voorbeeld
  • famous = beroemd
  • to fly = vliegen
  • for = voor
  • holidays = vakantie
  • to learn = leren
  • price = prijs
  • something = iets
  • to use = gebruiken
  • to want = willen
  • way = manier
  • young = jong