NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface onderbouw 3e editie
HAVOVWO - Leerjaar 2 - 3e editie
Hoofdstuk 5.3 - Vocabulary unit 5, lesson 3
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
assembly hall
=
aula
astonished
=
stomverbaasd
blow up (to) - blew up - blown up
=
opblazen - blies (bliezen) op - opgeblazen
bounce (to)
=
springen
cause a stir (to)
=
opschudding veroorzaken
delight
=
vreugde
forgive (to) - forgave - forgiven
=
vergeven - vergaf (vergaven) - vergeven
furious
=
woedend
glue
=
lijm
hesitate (to)
=
aarzelen
hilarious
=
heel grappig
inflatable
=
opblaasbaar
innocent
=
onschuldig
join in (to)
=
meedoen
mood
=
stemming, bui
mystery
=
raadsel, mysterie
punish (to)
=
bestraffen
refuse (to)
=
weigeren
revenge
=
wraak
rucksack
=
rugzak
set (to) - set - set
=
zetten - zette(n) - gezet
stick (to) - stuck - stuck
=
kleven - kleefde(n) - gekleefd
straightforward
=
eenvoudig
wrap (to)
=
inpakken