Engels : Nederlands avoid (to) = vermijden bend - bent - bent (to) = bukken berry = bes boil (to) = koken brain = hersenen branch = tak breath = adem(haling) cut (to) - cut - cut = snijden endless = eindeloos guide = gids jungle = oerwoud keep away (to) = uit de buurt blijven observe (to) = goed kijken, observeren panic (to) = in paniek raken root = wortel shiny = glanzend shocked = geschokt supplies = benodigdheden survive (to) = overleven taste = smaak thorny = doornig