Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • a bite = een hap, hapje
  • apple = appel
  • banana = banaan
  • biscuits = koekjes
  • bread = brood
  • breakfast = ontbijt
  • butter = boter
  • cake = cake, taart
  • cheese = kaas
  • chewing gum = kauwgum
  • chocolate = chocola
  • cup = kopje
  • dinner = avondeten
  • egg = ei
  • jam = jam
  • juice = sap
  • lunch = lunch, middag­ eten
  • milk = melk
  • orange = sinaasappel
  • pasta = pasta
  • pear = peer
  • pizza = pizza
  • rice = rijst
  • salad = salade
  • sandwich = boterham
  • spaghetti = spaghetti
  • sugar = suiker
  • tea = thee
  • teaspoon = theelepel
  • water = water