Is there a double bed? Yes, there is. No, there isn't.=Is er een tweepersoonsbed? Ja/Nee.
Has the house got a garage? Yes, it has. No, it hasn't.=Heeft het huis een garage? Ja/Nee.
The house hasn't got a garage.=Het huis heeft geen garage.
It is my house.=Het is mijn huis.
It is your house.=Het is jouw huis. / Het is jullie huis.
It is his house.=Het is zijn huis.
It is her house.=Het is haar huis.
It is our house.=Het is ons huis.
It is their house.=Het is hun huis.
We have our own swimming pool.=Wij hebben ons eigen zwembad.
We don't have a large front garden.=Wij hebben geen grote voortuin.
a double bed=een tweepersoonsbed
alarm clock=wekker
armchair=leunstoel
attic=zolder
balcony=balkon
bedside lamp=nachtlamp
carpet=tapijt
ceiling=plafond
cupboard=kast
curtains=gordijnen
desk=bureau
detached house=vrijstaand huis
dining table=eettafel
driveway=oprit
fireplace=open haard
fridge=koelkast
furniture=meubels
ground floor=begane grond
mansions=landhuizen
mess=rommel
mirror=spiegel
night table=nachtkastje
paintings=schilderijen
pillows=kussens
porch=portiek, veranda
rear garden=achtertuin
sheets=lakens
shelves=planken
sofa=zitbank
spare bedroom=logeerkamer
study=studeerkamer
terrace=terras
terraced house=rijtjeshuis
to clean your room=je kamer schoonmaken
to decorate=inrichten
to move house=verhuizen
to paint the wall=de muur schilderen
downstairs=beneden
upstairs=boven
wallpaper=behang
wardrobe=kledingkast
They live here. It is their house.=Zij wonen hier. Dit is hun huis.
You live here. This is your house.=Jullie wonen hier. Dit is jullie huis. / Jij woont hier. Dit is jouw huis.
My mother and I live here. This is our house.=Mijn moeder en ik wonen hier. Dit is ons huis.
This is a detached house.=Dit is een vrijstaand huis.
It has got three floors and five rooms.=Het heeft drie verdiepingen en vijf kamers.
There is a living room, a kitchen, a bedroom, a spare bedroom and a study.=Er is een woonkamer, een keuken, een slaapkamer, een logeerkamer en een studeerkamer.
You can see a cupboard, a wardrobe, a sofa, a bed and a desk.=Je kunt een kast, een kledingkast, een bank, een bed en een bureau zien.
On the top floor of our house, there is only an attic.=Op de bovenverdieping van ons huis is alleen een zolder.
We draw the curtains.=Wij doen de gordijnen dicht.
Mike and Alice live here. It is their house.=Mike en Alice wonen hier. Het is hun huis.