la pointe la vague y
malheureusement pas terrible rarement
à défaut de la balade mouillé
fabriquer ça m’a plu la planche
se porter s’installer s’ennuyer
en moyenne s’occuper de le propriétaire
le bord bref l’usine
ancien ancienne le prénom
masculin il vit la taille
er de golf de punt
zelden niet geweldig jammer genoeg / ongelukkigerwijze
nat de wandeling bij gebrek aan
de plank dat is me bevallen fabriceren / maken
zich vervelen zich vestigen het maken
de eigenaar zich bezig houden met / zorgen voor gemiddeld
de fabriek kortom de rand / de oever
de voornaam vroegere (v) / voormalige (v) vroegere (m) / voormalige (m)
de lengte hij woont / hij leeft mannelijk
entendre originaire l’origine
l’étudiant la fac le batteur
il rejoint s’enchaîner s’affirmer
l’esprit toucher à planer
définir entreprendre dès
quelqu’un savoir vendre
la date l’instant la réduction
la présentation la caisse l’hébergement
bon marché les environs régler
de herkomst / de oorsprong de afkomstig uit horen
de drummer de universiteit de student
zich doen gelden zich aaneenrijgen / elkaar opvolgen hij komt bij
zweven raken aan / aanraken de geest
meteen bij ondernemen kenmerken / definiëren
verkopen weten iemand
de korting het ogenblik de datum
de huisvesting / het onderdak de kassa het tonen / de presentatie
afrekenen / betalen de omgeving goedkoop
lu le séjour le renseignement
loger le gîte d’étape compter
inclus recevoir devoir
réfléchir l’air l’appétit
je meurs de faim la crêpe il y a du monde
le jambon l’oeuf choisir
la boisson le pichet la boule
l’addition la barquette le petit pot
la crème caramel le sachet le paquet
de inlichting het verblijf gelezen
rekenen de slaapgelegenheid overnachten / logeren
moeten ontvangen inbegrepen
de eetlust de lucht nadenken
er zijn veel mensen de pannenkoek / de crêpe ik sterf van de honger
kiezen het ei de ham
de bol / het bolletje de karaf de drank / het drinken
het potje het bakje de rekening
het pak het zakje het karamelpuddinkje
le distributeur automatique
de automaat