un animal les animaux le chien
le chat le loup une araignée
le tigre le serpent un oiseau
le canard la guêpe un éléphant
le cheval la vache le mouton
le poisson la queue la patte
voler piquer nager
dangereux, dangereuse / dangereux / dangereuse sauvage
de hond de dieren een dier
een spin de wolf de kat
een vogel de slang de tijger
een olifant de wesp de eend
het schaap de koe het paard
de poot de staart de vis
zwemmen prikken, steken / prikken / steken vliegen
wild gevaarlijk