accueillir partout tous, toutes / tous / toutes
chacun / chaque compter sur précédent
dur un célébrité une enfance
se reposer le monde oublier
la remarque un adversaire la vache
le préjugé prochain s'occuper de
s'améliorer en général
allen Overal ontvangen
voorgaand rekenen op ieder / iedereen
een jeugd een beroemdheid moeilijk, hard / moeilijk / hard
vergeten de wereld uitrusten
de koe een tegenstander de opmerking
zich bezighouden met volgend(e), komend(e) / volgende, komende / volgend(e) / volgende / komend(e) / komende / volgend, komend / volgend / komend het vooroordeel
over het algemeen zich verbeteren