NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
3 vmbo
Etape 7
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
dans dix ans
=
over tien jaar
retourner
=
terugkeren
manquer
=
missen
dire adieu
=
afscheid nemen
formidable
=
geweldig
le contact
=
het contact
la webcam
=
de webcam
retrouver
=
terugvinden
l’e-mail / le mail
=
de e-mail
l’examen
=
het examen
passer les examens
=
examen doen
l'informaticien / l'informaticienne
=
de IT'er / de computerdeskundige
la profession / le métier
=
het beroep
l’instituteur
=
de onderwijzer
l’institutrice
=
de onderwijzeres
la banque
=
de bank
gagner
=
verdienen
le projet
=
het plan
l’avenir
=
de toekomst
le camion
=
de vrachtauto
le déménagement
=
de verhuizing
merveilleux / merveilleuse
=
buitengewoon
hein?
=
hè?
à bientôt
=
tot gauw
le pompier
=
de brandweerman
l’infirmier / l’infirmière
=
de verpleegkundige
le cuisinier
=
de kok
la cuisinière
=
de kokkin
le prof / le professeur
=
de leraar
la prof / la professeur
=
de lerares
l’agriculteur
=
de boer
raconter
=
vertellen
soigner
=
verzorgen
responsable
=
verantwoordelijk
le but
=
het doel
le réceptionniste
=
de receptionist
la réceptionniste
=
de receptioniste
la formation
=
de opleiding
le stage
=
de stage
la secrétaire
=
de secretaresse
conseiller
=
aanraden
le jeune
=
de jongere
le travail
=
het werk
le vétérinaire
=
de dierenarts
réaliser
=
realiseren / waarmaken / realiseren, waarmaken
le chef de département
=
de afdelingschef
le grand magasin
=
het warenhuis
augmenter
=
verhogen
le chiffre d'affaires
=
de omzet
ce que
=
wat
le tourisme
=
het toerisme
le secteur
=
de sector
l'avocat / l'avocate
=
de advocaat
seul
=
enig
le moyen
=
het middel