Frans : Nederlands malheureusement = helaas à la fois = tegelijkertijd la piste de danse = de dansvloer remarquer = opmerken / merken une enceinte = een luidsprekerbox / een luidspreker sourd = doof bavarder = kletsen le projet = het plan rigoler = lol maken, lachen / lol maken / lachen le petit mot = het berichtje remercier = bedanken au début de = aan het begin van réfléchir = nadenken touchant = aandoenlijk la bande = de groep l'acteur principal / le personnage principal = de hoofdpersoon un endroit = een plek joindre = bijvoegen la preuve = het bewijs à cause de = vanwege