dwingen, verplichten / dwingen / verplichten
|
de traan
|
de toestemming
|
knipperen
|
een angst
|
de voorkeur geven aan
|
bevestigen,verklaren / bevestigen / verklaren
|
schudden, heen en weer bewegen / schudden / heen en weer bewegen
|
plechtig
|
passeren, oversteken / passeren / oversteken
|
de priester
|
opvrolijken
|
zich beperken
|
het zweet
|
wanhopig
|
de kwestie
|
voeden
|
vloeibaar
|
knipperen, flikkeren / flikkeren
|
een aankoop
|
ondoorzichtig
|
de slang
|
de lok
|
vanaf / vanuit / vanaf, vanuit
|
de voorzorgsmaatregel
|
graven
|
de vulling
|
afkomstig zijn
|
echter, toch / echter / toch
|
geschikt
|
het overlijden
|
bevatten
|
de deksel
|
het stokje
|
giftig
|
de wand
|
beschadigen
|
de schimmel
|
immers, want, namelijk / immers / want / namelijk
|
de mier
|
de levensverwachting
|
beschut
|
het roofdier
|
de oogst
|
sterven, bezwijken / sterven / bezwijken
|
berusten op
|
het hout
|
zich belasten met
|