Frans : Nederlands louer = huren revenir cher = duur uitkomen nécessiter = vereisen faire le tour = een rondreis maken dans ce cas = in dat geval se plaindre = klagen le péage = de tol l’essence = de benzine le dépliant = de folder la chambre d’hôtes = de bed and breakfast rejoindre = komen bij / zich voegen bij à moins que = tenzij incroyable = ongelooflijk confondre = door elkaar halen / verwarren rural = plattelands / landelijk quinze jours = twee weken l’arrêt de bus = de bushalte avoir l’intention de = van plan zijn om une nuit de plus = nog een nacht participer aux frais = bijdragen in de kosten complet = vol dans les plus brefs délais = zo spoedig mogelijk empêcher = verhinderen je suis désolé = het spijt me ça ne marche pas = het doet het niet faire une réclamation = een klacht indienen résoudre = oplossen être en panne = pech hebben inadmissible = ontoelaatbaar trouver une solution = een oplossing vinden