Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • sugar = suiker
  • sweet = zoet
  • to drink = drinken
  • drink = drank
  • knife = mes
  • fork = vork
  • spoon = lepel
  • plate = bord
  • cupboard = kast
  • saucer = schoteltje
  • turkey = kalkoen
  • fond of = dol op; gek op
  • refrigerator / fridge = koelkast
  • people = mensen
  • table = tafel
  • to sit = zitten
  • round = rond; rondom
  • waiter = ober
  • to serve = bedienen
  • service = bediening
  • self-service = zelfbediening
  • quick = vlug; snel
  • to pay = betalen
  • please / here you are = alstublieft