Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • to play = spelen
  • player = speler
  • match = wedstrijd
  • to run = rennen
  • to swim = zwemmen
  • swimming pool = zwembad
  • to win = winnen
  • to lose = verliezen
  • though/although = hoewel
  • field = veld
  • champion = kampioen
  • championship = kampioenschap
  • game = spel
  • medal = medaille
  • gold = goud
  • prize = prijs
  • silver = zilver
  • world = wereld
  • soccer/football = voetbal
  • stadium = stadion
  • number = aantal/nummer
  • spectator = toeschouwer
  • member = lid
  • to throw = gooien