Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • company = bedrijf
  • to work = werken
  • employment = werk
  • unemployed = werkloos
  • job = baan
  • jobcentre = arbeidsbureau
  • wage = loon
  • salary = salaris
  • to earn = verdienen
  • secretary = secretaresse
  • office = kantoor
  • boss = baas
  • factory/plant = fabriek
  • business = zaak
  • income = inkomen
  • industry = industrie
  • lazy = lui
  • to become = worden
  • to fire/to sack = ontslaan
  • employer = werkgever
  • trainee = stagiaire
  • to apply = solliciteren
  • letter of application = sollicitatiebrief
  • job interview = sollicitatiegesprek
  • profession/occupation = beroep
  • vacancy = vacature
  • staff = personeel