Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • passage/corridor = gang
  • plug = stekker / stop
  • socket = stopcontact
  • blanket = deken
  • sheet = laken
  • duvet/quilt = dekbed
  • pillow = hoofdkussen
  • alarm clock = wekker
  • drawer = lade
  • mirror = spiegel
  • to tidy = opruimen
  • tidy = netjes
  • bookcase = boekenkast
  • shelf (mv: shelves) / board = plank
  • to share = delen
  • room/space = ruimte
  • to separate = scheiden
  • separate = afzonderlijk
  • washbasin = wastafel
  • to mow = maaien
  • lawn = gazon
  • path = pad
  • gate = hek/poort
  • wood = hout
  • fence = hek/schutting
  • to repair/to fix = repareren
  • carpenter = timmerman
  • nail = spijker
  • gap = opening
  • shed = schuurtje
  • on your own = alleen