Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • pond = vijver
  • to drown = verdrinken
  • tap = kraan
  • tool = gereedschap
  • to set fire to = in brand steken
  • to burn = branden
  • to jump = springen
  • fire brigade = brandweer
  • fireman/firefighter = brandweerman
  • to risk = riskeren
  • fortunately = gelukkig
  • exit = uitgang
  • emergency = nood(geval)
  • to possess/to own = bezitten
  • possessions = bezittingen
  • spark = vonk
  • to put out = uitdoen/doven/blussen
  • bucket = emmer
  • waste-paper basket = prullenmand
  • to spread = (zich) verspreiden
  • whole = (ge)hele
  • suburb = voorstad
  • row = rij
  • to decorate = versieren
  • skyscraper = wolkenkrabber
  • uninhabited = onbewoond
  • inhabitant = inwoner
  • slum = achterbuurt
  • native = geboorte
  • risk = risico