Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • politics = politiek
  • parliament = parlement
  • politician = politicus
  • society = maatschappij
  • party = partij
  • to govern = regeren
  • democracy = democratie
  • government = regering
  • to act = handelen/optreden
  • minister = minister
  • Prime Minister = minister-president
  • foreign secretary = minister van Buitenlandse Zaken
  • Member of Parliament = Lagerhuislid
  • House of Commons = Lagerhuis
  • House of Lords = Hogerhuis
  • power = macht
  • powerful = machtig
  • royal = koninklijk
  • mayor = burgemeester
  • town hall = gemeentehuis
  • independent = onafhankelijk
  • independence = onafhankelijkheid
  • civil servant = ambtenaar
  • emperor = keizer
  • empire = (keizer)rijk/keizerrijk/rijk
  • to represent = vertegenwoordigen
  • representative = vertegewoordiger