NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
ThiemeMeulenhoff
Finish Up
Finish Up 71 Shopping
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
to shop
=
winkelen
to do one’s shopping
=
boodschappen doen
department store
=
warenhuis
store
=
winkel
store chain
=
winkelketen
basement
=
souterrain
escalator
=
roltrap
to browse
=
rondkijken/bladeren
shop window
=
etalage
to display
=
uitstallen/laten zien
available
=
verkrijgbaar
brand
=
merk
to wrap
=
inpakken
to reduce
=
afprijzen/verlagen
discount
=
korting
bargain
=
koopje
VAT
=
btw
stock
=
voorraad
to stock
=
in voorraad hebben
customer
=
klant
shop assistant
=
verkoop(st)er
to attend to/to serve
=
helpen (in winkel)
junk/trash
=
rommel/troep
mall/shopping mall
=
winkelcentrum
trolley
=
winkelwagentje
cash desk/checkout
=
kassa
receipt
=
kassabon
to exchange
=
ruilen
to refund
=
terugbetalen
use-by date/best-before date
=
houdbaarheidsdatum