Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • business = zaak
  • entrepreneur = ondernemer
  • managing director = algemeen directeur
  • chief executive officer/CEO = algemeen directeur (c)
  • to manage = besturen/leiden
  • management = directie
  • executive/manager = leidinggevende, manager
  • board of directors = raad van commissarissen
  • firm = firma
  • profit = winst
  • profitable = winstgevend
  • lucrative = lucratief
  • share/stock = aandeel
  • shareholder = aandeelhouder
  • to share = delen
  • stock exchange = effectenbeurs
  • to trade = handelen
  • trade / commerce = handel
  • trader = handelaar
  • e-commence = handel via internet
  • to expand = uitbreiden
  • expansion = uitbreiding
  • to compete = concurreren
  • competition = concurrentie
  • competitor = concurrent
  • competitive = concurrerend
  • fierce = fel/hevig